-
1 aggregate fruit
-
2 aggregate
adj. totaal, aggregaat--------n. totaal; massa; mengsel, mengeling--------v. verenigen, in totaal bedragenaggregate1[ ægrigət] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 totaal♦voorbeelden:1 in (the) aggregate • alles bij elkaar genomen, opgeteld————————aggregate21 totaal♦voorbeelden:〈 economie〉 aggregate demand • gezamenlijke/totale vraag————————aggregate3[ ægrigeet] 〈werkwoord; zelfstandig naamwoord: aggregation〉 -
3 multiple fruit
-
4 multiple
adj. veelvoudig--------n. vermenigvuldiging (in wiskunde, electronica)multiple1[ multipl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 〈 verkorting〉[multiple shop/store]♦voorbeelden:————————multiple2♦voorbeelden:multiple collision • kettingbotsingmultiple star • dubbelster¶ 〈 handel〉 multiple standard • conversietabel waarmee schuld (van importeur) aan variabele wisselkoers gekoppeld wordt
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский